Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want gelijkerwijs de vrouw [29]uit den man is, alzo is ook de man [30]door de vrouw; doch [31]alle dingen [zijn] uit God. 29. Zie vs.8. 30. Namelijk overmits hij van ene vrouw ontvangen en geboren wordt, naar de natuurlijke geboorte. Waarom hij de vrouw ook niet behoort te verachten, maar in ere te houden en lief te hebben, hoewel hij over haar heerschappij heeft. 31. Dat is, zowel de vrouw als de man, zijn beiden van God geschapen; en zowel de onderdanigheid der vrouw, als de heerschappij des mans zijn beide van God geordineerd. Anderszins is het ook in het algemeen waar, dat alle schepselen van God zijn. Zie Rom.11:36; hfdst.8 vs.6.